Het socialisme is een wereldwijd sociaal systeem waarin de productiemiddelen gemeenschappelijk aan de mensheid zullen toebehoren en beheerd worden. De productie zal enkel dienen om aan de menselijke noden te voldoen. Het loonsysteem, de inkoop, de verkoop en het geld zullen alle verdwijnen. In hun plaats zal het principe “voor elk het beste, voor elk zijn behoefte” van kracht worden.
Het socialisme kan alleen met politieke middelen bereikt worden. Op dit ogenblik zijn de kapitalisten in staat hun bevoorrechte positie te behouden omdat zij de politieke macht in handen hebben. Om hen van de loonslavernij te verlossen moeten de arbeiders zich organiseren in een politieke partij met het doel de politieke macht te veroveren en ze te gebruiken om het kapitalisme door het socialisme te vervangen.
Het socialisme kan alleen door een socialistische arbeiderklasse verwezenlijkt worden. Dit is slechts mogelijk als de arbeiders het socialisme wensen en begrijpen. Aldus kan alleen een bewuste, massale politieke actie het socialisme bereiken. Minderheidsacties, hetzij op het industriële, hetzij op het politieke vlak, kunnen dat niet. De weg naar de politieke macht vindt men in het stemlokaal. Een socialistische arbeidersklasse kan het stemrecht gebruiken om de macht te veroveren juist zoals de kapitalisten het vandaag gebruiken om de macht te behouden. Een socialistische partij mag maar één doel hebben: het socialisme. Het zoeken van aanhangers door een socialistische partij op basis van een hervormingsprogramma kan alleen tot compromissen leiden met de kapitalisten.
Om hen van de loonslavernij te bevrijden hebben de arbeiders geen leiders nodig. Leiders hebben alleen succes door de onwetendheid van hun volgelingen. Eens dat de arbeiders hun belangen kennen en dat zij het socialisme willen hebben zij geen leiders meer nodig. Het enige wat ze nodig hebben is een politieke organisatie.
Vakbonden ontstaan uit de klassenstrijd tussen arbeiders en kapitalisten in het kapitalistische systeem. Zij zullen noodzakelijk en nuttig zijn zolang het kapitalisme bestaat. Ondanks dit feit is hun kracht beperkt. Zij kunnen niet gebruikt worden voor de omverwerping van het kapitalisme. Alleen bewuste politieke actie kan dat.
Er was geen socialisme in Rusland. of China. In deze landen werden de arbeiders nog steeds uitgebuit door een bevoorrechte minderheid d.m.v. het loonsysteem. Arbeiders hadden er geen syndicale of politieke rechten. Het systeem in Rusland en China was staatskapitalisme, geen socialisme. Regeringsbezit van de industrie is ook geen socialisme. Ook dat is staatskapitalisme.
Socialisten zijn tegen alle oorlogen. Arbeiders hebben er geen belang bij te vechten, aangezien alle oorlogen gevoerd worden voor markten, handelsroutes en grondstoffen voor kapitalistische groepen.
Socialisten zijn tegen elk nationalisme. Arbeiders hebben geen vaderland, behalve dan op papier. De arbeiders over heel de wereld hebben een gemeenschappelijk belang in het vestigen van het socialisme. Het nationalisme is een list die gebruikt wordt om de arbeiders ertoe aan te zetten hun meesters in oorlog en vrede te steunen.
Socialisten zijn materialisten en zijn tegen de godsdienst die altijd een steunpilaar is geweest van de klassenmaatschappij.